Geloven Leren
Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof
De suprematie van het goddelijke
96. Zaterdag na Septuagesima
In de laatste eeuwen is de mens meer en meer het middelpunt geworden van het wereldbeeld. De vele ontdekkingen en scheppingen van wetenschap en kunst, van techniek en economie en zielkunde hebben vanaf het einde der middeleeuwen sterk de aandacht gevestigd op de mens en zijn prestaties. Dit behoeft in genen dele te betekenen, dat God hierdoor uit de geest des mensen wordt verdrongen. Op zichzelf beschouwd is deze geweldige vooruitgang van ons technisch kunnen en deze diepere peiling van ons menselijk zijn geheel gelegen in de lijn van de taak, die God de mens bij de schepping heeft opgelegd: „Beheerst de aarde en onderwerpt haar.” Wel kan door een misbruik der menselijke vrijheid deze vooruitgang worden benut om het uitzicht op de bovenaardse waarden af te sluiten. En in feite is dit geschied in het materialisme, dat het denken en het geweten van vele millioenen beheerst. Bovendien eist de zoveel grotere natuurbeheersing, die met vele primitieve voorstellingen afrekent en zo ook onrechtstreeks de godsopvatting beïnvloedt, een gedeeltelijk nieuwe oriëntatie van het religieuze denken en voelen. Meer dan ooit zijn daarom godsdienstige mensen van node, wier religie zuiver is en op het wezen der dingen betrokken.
Het einde van de enkel op de mens gerichte wereldbeschouwing is dat de menselijke waardigheid en persoonlijkheid zelf in bittere nood verkeren. De mens is niet veilig zonder God. Want hij is niet zichzelf tot norm en wet doch geheel van Hem afhankelijk en naar zijn wezen op Hem gericht. Hij kan niet zonder gevoelige schade op zichzelf en voor zichzelf willen bestaan.
2. Het is een miskenning van het menselijke wezen zelf, wanneer men in het leven aan God niet de eerste plaats inruimt. Alleen de godsdienst kan het deerlijk verbroken evenwicht herstellen. De religie geeft God wat Hem toekomt, dat is alles, hetzij rechtstreeks in eredienst en gebed en de beoefening der goddelijke deugden, hetzij middellijk door rechtvaardigheid, barmhartigheid en het recht gebruik der natuurlijke waarden. Meer dan ooit heeft de wereld behoefte aan homines religiosi , aan mensen bij wie de godsdienst niet enkel is een domein, al is het ook ’t voornaamste, naast andere levensgebieden (zoals het godsdienstig hoekje in de krant), maar bij wie de levende verhouding tot God al het andere doortrekt en doordesemt en verheft. Mensen die naar Jezus' voorbeeld beheerst worden door de passie voor het Koninkrijk Gods (want dat is de evangelische en betere naam voor de suprematie van het goddelijke). Mensen die bij ons de herinnering wakker roepen aan Jezus' woord: „Vuur ben Ik komen werpen op aarde en hoe begeer Ik dat het alreeds ontstoken ware!” ( Lk. 12, 49 ) — die „het licht der wereld” zijn en door heilige eenzijdigheid herstellen wat de blinde passie en de duisternis van een om zich heen grijpend heidendom hebben geschonden.
3. Het blijft de plicht van alle godgewijde zielen en van alle christenen die zich hun hemelse roeping bewust zijn, tenminste in hun eigen leven aan God de volstrekte suprematie toe te kennen. Wij mogen nooit moede worden in onszelf het besef te verdiepen dat God alleen is in de absolute zin van het woord en dat al het andere slechts bestaat door Hem en voor Hem. De redeloze schepping vervult vanzelf en onbewust haar objectieve plicht: God te loven door te zijn zoals zij is. Maar de mens die het beeld Gods is, moet bovendien door rede en wil zich zijn betrekkingen tot God bewust worden en ze ten volle erkennen. Daarvan is zijn geluk afhankelijk en de eer Gods; de goddelijke glorie, in zichzelf onaantastbaar, wordt er door „vermeerderd” als door een glans die de schepping doet stralen in de heerlijkheid van zijn wezen. Hoe kan de mens, door de zonde gewond en als verloren in de verwarrende veelheid van een wereld die zich van God afwendt, zich herstellen tot dit zuivere beeld Gods, tenzij hij altijd opnieuw tracht zijn geest te vervullen van eerbied, van aanbidding en lof, van fiere onderwerping en liefde? Door de verlossing van Jezus Christus werd ons genadig de mogelijkheid geschonken van deze terugkeer tot de Vader, door Hem.
Willem Grosssouw
Over Innerlijk Leven - Abonneren per email (dagelijks van 30/11/2014 tot 29/11/2015)