Geloven Leren
Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof
Gods voorzienigheid
302. Dinsdag na de Veertiende Zondag na Pinksteren
„De Engel des Heren zal zijn leger opslaan rond de godvrezenden en hen bevrijden. Proeft en ervaart hoe zoet de Heer is” ( Ps.33, 8. 9 ; offertorium van de Zondag).
1. Laat ons Gods wonderbare voorzienigheid ten opzichte van zijn uitverkorenen nader overwegen (vgl.meditatie 300, 3). God zorgt voor de zijnen die Hem werkelijk toebehoren en volkomen op Hem durven vertrouwen, op onbegrijpelijke wijze; en deze voorzienigheid strekt zich uit tot alles, ook tot de tijdelijke dingen. Al zal de rechtvaardige veel moeten verduren en zijn Meester dikwijls een zwaar kruis nadragen. God leidt in waarheid alles voor hem ten goede. In het evangelie van de Zondag zegt de Heer: „Zoekt eerst het rijk Gods en zijn gerechtigheid en dit alles zal u worden toegeworpen” ( Mt.6, 33 ). Als deze voorwaarde is vervuld, maar dan ook geheel vervuld zodat de mens werkelijk het koninkrijk Gods alleen nastreeft, ontvangt hij ook al het andere. Hetzelfde wordt ons gezegd in de eerste helft van het offertorium , ontleend aan Ps.33 (één loflied op de goddelijke bescherming der vromen): „De Engel des Heren zal zijn leger opslaan rondom de vromen en hen beschermen” . „De ziel die God in zichzelf gevonden heeft, is het middelpunt van het heelal, waar de krachtbundels der voorzienigheid samenkomen. Eertijds was zij afhankelijk van omstandigheden en gebeurtenissen, maar thans schijnt alles haar te dienen en te gehoorzamen. Alles wat in de wereld geschiedt, zegt Sint Thomas , werkt te samen voor de ordening van het heelal. Daarom is er niets wat niet gericht is op dit toppunt welks verhevenheid de gehele schepping overtreft: de heiligen Gods” Juist in de mate dat de christen alles en zichzelf om God verliest, wint hij alles geestelijkerwijze terug en, indien het die Ander behaagt, ook op stoffelijke wijze door duizend wonderen.
Schenk ons, Heer, de genade geheel op U te vertrouwen en in liefdevolle overgave alles in uw handen te laten. „Werp uw bekommernis op de Heer en Hij zal voor u zorgen” ( Ps.54, 23 ).
2. Wie zijn zelfzucht weet te verloochenen, wie zich weet over te geven aan de liefde van Jezus (liefde Gods: goddelijk mysterie dat wij niet vermogen te doorgronden), hij zal ook de waarheid ondervinden van de tweede helft van het offertorium : „proeft en ervaart hoe zoet de Heer is” .
„Proeft” : in een inwendig gebed dat niet langer een redeneren is, maar overvloeit van oprechte en sterke gevoelens, van deemoed, dankbaarheid, vertrouwen, verlangen …
„Ervaart” : een gebed dat een standvastige en liefdevolle beschouwing Gods is, weliswaar in de duisternis van het geloof, weliswaar telkens opnieuw onderbroken door de zwakheid van onze natuur, maar toch een immer beminnend denken aan de immer aanwezige Heer en een ervaren van de kracht zijner opstanding.
„Hoe zoet Hij is” : een goddelijke zoetheid die tevens goddelijke macht is en voor de ellende van de mens ooit raadselachtige bitterheid lijkt. Geen fondantachtige, sentimentele zoetheid, maar vaste, sterke spijs voor hen, die met Gods genade tot het einde durven gaan en bouwen op de Rots ide God is.
Willem Grossouw
Over Innerlijk Leven - Abonneren per email (dagelijks van 30/11/2014 tot 29/11/2015)