Geloven Leren

Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof


Opnieuw geboren

In de bekende passage uit het evangelie van Johannes spreekt Jezus tegen Nikodemus de volgende mysterieuze woorden: “Zo iemand niet opnieuw wordt geboren, kan hij het koninkrijk Gods niet aanschouwen." Nikodemus snapt het niet: “Hoe kan een mens geboren worden, wanneer hij reeds op leeftijd is? Kan hij soms terugkeren in de schoot zijner moeder, en opnieuw geboren worden?" Jesus antwoordt: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij niet ingaan in het koninkrijk Gods. Wat uit het vlees is geboren, is vlees; en wat uit den Geest is geboren, is geest. Verwonder u niet, omdat Ik u zeide: Gij moet opnieuw worden geboren. De wind waait, waar hij wil, en ge hoort zijn gesuis; maar ge weet niet, vanwaar hij komt en waarheen hij gaat; zó gaat het iedereen, die uit den Geest is geboren." Dat maakt de zaak voor Nikodemus niet meteen veel duidelijker. Jezus gaat nog wat verder, zonder de zaak echt op te helderen en het evangelie zwijgt wijselijk over de toestand van verwarring waarin Nikodemus naar huis is gekeerd.

Wat is dat ‘opnieuw geboren worden’ toch, waarover Jezus het heeft?

Mijn beproefde methode is de ganse bijbel te doorzoeken op een sleutelwoord: “geboren”. In het Oude Testament komt dat woord honderden keren voor. Daar wordt immers de geschiedenis verteld van al de joodse aartsvaders en stammen. Bijna even vaak als “geboren” tref je “eerstegeboren”, want dat was voor de joden de lijn waarlangs het geslacht wordt voortgezet. De eerstegeborene erft alles van de vader. Zie maar in het verhaal van Jakob of dat van de straffen van Egypte hoe belangrijk dat is. Zeker tegen het einde van het Oude Testament vind je veel treffers op “eerstgeboren” die profetisch verwijzen naar Jezus.

In het evangelie wordt er minder over “geboren” gesproken, in de geboorteverhalen vanzelfsprekend, maar ook op andere plaatsen, waar ‘geboren worden’ meestal een bijzondere betekenis krijgt.

Mattheus 1 vertelt het geboorteverhaal, da’s goed voor een tiental treffers op “geboren”.

Mattheus 13 doet het verhaal van Jezus' mislukte verkondiging in Nazareth, waarop Hij reageert met: “Een profeet wordt enkel in zijn geboortestad en in zijn eigen familie miskend.” Hier gaat het slechts om een plaatsbepaling.

Mattheus 19 behandelt een gesprek tussen Jezus en zijn leerlingen over overspel, dat naadloos overgaat in de passage waarin Jezus de kinderen tot Hem laat komen: “Er zijn onhuwbaren, die zo geboren zijn van de moederschoot af; en er zijn onhuwbaren, die door de mensen onhuwbaar gemaakt zijn; en er zijn onhuwbaren, die zichzelf onhuwbaar hebben gemaakt om het rijk der hemelen. Wie het vatten kan, hij vatte het. Toen werden er kinderen tot Hem gebracht, opdat Hij ze de handen zou opleggen, en voor hen bidden. De leerlingen wezen ze af. Maar Jesus zei hun: Laat de kinderen begaan, en belet ze niet, tot Mij te komen; want het rijk der hemelen is voor hen, die zijn zoals zij." De eerste verwijzing heeft wellicht minder te maken met de dieperliggende betekenis van “geboren worden” in het evangelie, maar ik vermeld ze toch omwille van de daaropvolgende passage met de kinderen, die toch ook immers dicht bij “geboren worden” staan. Verderop in dit hoofdstuk spreekt Jezus tot zijn leerlingen: “Voorwaar, Ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal zetelen op de troon zijner majesteit, dan zult ook gij, die Mij zijt gevolgd, op twaalf tronen gezeten zijn, en de twaalf stammen van Israël oordelen. En al wie zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om mijn Naam, hij zal het honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven verwerven."

Mattheus 26 beschrijft reeds het Laatste Avondmaal, waarin Jezus Judas op uiterst krasse wijze terechtwijst: “De Mensenzoon gaat wel heen, zoals van Hem geschreven staat; maar wee den mens, door wien de Mensenzoon zal worden verraden! Het zou beter voor hem zijn, zo hij niet was geboren, die mens!" Deze passage lijkt niet te verwijzen naar de overdrachtelijke betekenis van “geboren worden”, maar een loutere verwensing te zijn. Tenzij Jezus in Judas, die toch jarenlang zijn volgeling was, ook reeds de geboorte van bekering had gezien, waardoor hij nu des te harder ten val komt!

Lucas 1 is opnieuw het geboorteverhaal en verder in zijn evangelie wordt het woord “geboren” niet gebruikt, behalve in hoofdstuk 4 met de prediking in Nazareth, maar dat hebben we hierboven als aangehaald uit Mattheus. In Marcus wordt er helemaal niet over “geboren” gesproken.

Johannes 1, het “ultimum evangelium” uit de tridentijnse liturgie, geeft al meteen een hit op “geboren” zowel als “eerstegeborene”: “Maar aan allen, die Hem ontvingen, Gaf Hij de macht, Gods kinderen te worden: Aan allen, die in zijn Naam geloven, Die niet uit bloed, Noch uit de wil van vlees of man, Maar die uit God zijn geboren. Het Woord is vlees geworden, En heeft onder ons gewoond! En wij hebben zijn glorie aanschouwd: Een glorie als van den Eengeborene uit den Vader, Vol van genade en waarheid.[…] Niemand heeft ooit God gezien; God zelf, de eengeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Heeft Hem verkondigd."

Johannes 3 geeft het relaas tegenover Nikodemus, hierboven reeds aangehaald.

Johannes 8 is waar Jezus het aan de stok krijgt met de farizeeën die de overspelige vrouw willen stenigen. Het verhaal is welbekend, maar het loopt nog uit in een felle discussie tussen Jezus en de farizeeën. Jezus verwijt hen kinderen van Abraham te zijn, maar geen kinderen van God. Ze proberen nog even te riposteren met “We zijn niet uit ontucht geboren, één Vader hebben we slechts, en dat is God”, maar Jezus ontkracht dat: “Zo God uw Vader was, dan zoudt gij Mij beminnen. Want van God ben Ik uitgegaan en gekomen; niet uit Mijzelf toch ben Ik gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. Waarom begrijpt gij mijn taal niet? Omdat gij zelfs niet in staat zijt, om naar mijn woord te luisteren. Gij hebt den duivel tot vader, en de zin van uw vader verkiest gij te doen. Hij was een moordenaar van den beginne; ook hield hij zich niet met de waarheid op, omdat er in hem geen waarheid is. Wanneer hij leugen spreekt, spreekt hij naar eigen aard; want hij is een leugenaar, en de vader daarvan."

Johannes 9 is het verhaal van de blindgeborene: “En in het voorbijgaan zag Hij iemand, die blind was van zijn geboorte af. Zijn leerlingen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind werd geboren? Jesus antwoordde: Noch hij noch zijn ouders hebben gezondigd; maar de werken Gods moeten in hem worden geopenbaard." Hij wordt door Jezus genezen, maar hijzelf en zijn ouders (want de farizeeën gaan ervan uit dat het hun zonde moet zijn die zijn blindheid verklaart) worden door de farizeeën op de rooster gelegd.

Johannes 16 zit midden in de lange afscheidsrede tijdens het Laatste Avondmaal en bevat deze korte passage: “De vrouw in barensnood heeft smart, omdat haar uur is gekomen; maar wanneer ze het kind heeft gebaard, dan denkt ze niet meer aan haar weeën, van blijdschap dat er een mens is geboren." Ook beeldspraak hier, maar niet in de bekende zin.

Johannes 18 is het lijdensverhaal en bevat het verhoor door Pilatus: “Pilatus zei Hem: Gij zijt dan toch koning? Jesus antwoordde: Gij zegt het; Ik ben koning. Ik ben geboren en in de wereld gekomen, juist om te getuigen voor de waarheid. Alwie uit de waarheid is, luistert naar mijn stem." Hier verwijst Jezus naar zijn eigen geboorte als mens, maar die koppelt hij meteen aan ‘uit waarheid zijn’ van ieder die luistert naar zijn stem.

Zo, dat was de volledige inventaris van evangeliefragmenten die het woord ‘geboren’ bevatten. Helemaal geen wetenschappelijke methode om aan bijbelstudie te doen, ik weet het, maar ik vertrouw op de Heilige Geest en het principe van de serendipiteit om hieruit toch iets op te maken in een verdere beschouwing.

Misschien eerst even aangevan hoe ik hier nu ben opgekomen. Ik ben de roman Adele and co. van Dornford Yates aan het lezen, waarin een aristocratisch Brits gezelschap in een Parijs hotel verblijft en een van hen zich beklaagt over het voortdurende rumoer in de stad, dat een degelijke nachtrust onmogelijk maakt: “When do we quit this venerable town? I don’t want to seem exacting, but if I’m to subscribe to its customs, I must be born again. The difficulties however, with which that operation would be fraught are too manifest to be insisted upon and so I propose to withdraw." U begrijpt dat deze ludieke uitspraak me meteen aan Nikodemus deed denken! De eerste zin echter bracht me een openbaring: als ik haar gewoontes wil eigen maken, moet ik opnieuw geboren worden. Daarmee wil deze protagonist uitdrukken dat deze gewoontes hem zo vreemd zijn, dat hij er als het ware in zou moeten grootgebracht zijn, om ze zich eigen te kunnen maken.

Ook dat wil Jezus uitdrukken: de bekering die Hij vraagt, vereist niet alleen een nieuwe geboorte, maar ook opnieuw leren spreken (en luisteren!), opnieuw leren denken, opnieuw leren onderscheiden wat goed is en kwaad, een volledige uitwissing en nieuw wasdom van de mens die de zich bekeert. De passages waarin Jezus van zijn volgelingen eist dat zij hun familie en eigendom achterlaten, zijn zo radikaal dat die ‘nieuwe geboorte’ moeilijk uitsluitend spiritueel opgevat kan worden! Ook die illustreren dat wie opnieuw geboren wordt, zijn afkomst, zijn geboortestreek en zijn opvoeding achter zich laat.

Jezus zelf is de “eengeborene” van God, de eerste onder de mensen die deze geboorte ondergaan heeft, niet als bekeerling, maar als werkelijk kind van God. Als wij Hem volgen, kunnen ook wij als kinderen van God geboren worden. Hij legt de farizeeën haarfijn uit wat het verschil is tussen geboren te zijn uit een mens en geboren te zijn uit God. Tegenover de zonde, die van het ene geslacht op het andere wordt overgedragen, plaatst Jezus de waarheid, die voortkomt uit de wedergeboorte in de Geest.

Aan die geboorte koppelt Jezus ook systematisch de bestemming tot het rijk der hemelen, tegenover Nikodemus en wanneer hij de kinderen tot zich laat komen. Hij gebruikt de wedergeboorte daarbij ook in eschatologische context, “wanneer de Mensenzoon zal zetelen op de troon zijner majesteit”.

Als we het onzevader bidden of de geloofsbelijdenis uitspreken, noemen we God ‘Vader’. Dat wil zeggen dat we ervan uitgaan dat wie deze gebeden bidt, zichzelf reeds als kind van God mag beschouwen en de wedergeboorte reeds ondergaan heeft. Dat is immers ons doopsel geweest en de vervolmaking ervan in ons vormsel: onze wedergeboorte. Tegenover Nikodemus spreekt Jezus zelf van “de geboorte uit water en Geest”. Paus Benedictus XVI heeft dat in een rede uitgelegd: “We zijn geboren zonder dat we daaraan iets deden, de passiviteit bij ons geboren worden gaat aan de activiteit van ons doen vooraf. Hetzelfde is waar ten aanzien van ons Christen zijn: niemand kan zichzelf een Christen maken alleen door zijn eigen wil; ook ons Christen zijn gaat vooraf aan ons handelen: wij moeten opnieuw geboren worden in een nieuwe geboorte. Sint-Jan zegt: ‘Zij die Hem wel ontvingen, aan hen gaf Hij het vermogen kinderen Gods te worden’. (Joh. 1, 12) Dat is de betekenis van het Sacrament van het Doopsel; het Doopsel is een nieuwe geboorte die aan ons handelen voorafgaat. Met ons geloof kunnen wij Christus ontmoeten, maar alleen Hij kan ons Christen maken en aan onze wil, aan ons verlangen, een antwoord geven, een waardigheid, een vermogen - die wij niet van onszelf hebben - om kinderen van God te worden.” Het is zoals die Brit in mijn roman het zegt: om Parijzenaar te worden, moet ik opnieuw geboren worden als Parijzenaar en opgevoed worden als Parijzenaar en leven als Parijzenaar.

Geboren worden is één ding, een pasgeborene moet nog alles leren. Het is me niet duidelijk of Jezus die parameter in zijn vergelijking in gedachten had. Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders om hen te voeden en hen alles aan te leren, maar wat met iemand die herboren is in de Geest? Wat een herborene—of gedoopte, want dat zijn nu synoniemen geworden—nodig heeft, is “geestelijke spijs”. Paulus spreek daarover in zijn brief aan de Korintiers, waarin hij de vergelijking maakt tussen het manna dat Mozes de joden gaf in de woestijn enerzijds en het eucharistisch brood anderzijds, dat ons “deelgenoot maakt aan het Lichaam van Christus, [en] omdat het één Brood is, daarom zijn wij, hoe talrijk ook, één lichaam; want allen hebben wij deel aan het éne Brood." Dat is dus het voedsel dat de gedoopte nodig heeft om het rijk der hemelen te bekomen. Door dit brood ontdekken we ook onze familie: het lichaam van de Kerk, de gemeenschap van de gelovigen. Het gebed is de tweede bron van geestelijk voedsel waarvan de wedergeborene leeft. Zowel de catechismus van het concilie van Trente als die van het tweede Vaticaans concilie wijden er een apart hoofdstuk aan!

Nog een andere parameter in de vergelijking met het geboren worden, is het opgroeien. Een kind wordt uiteindelijk een volwassene, en kan dan helemaal zelf instaan voor zijn voeding en vorming. Is dat ook zo met een herborene? Komt er een punt waarop die geen “geestelijke spijs” meer nodig heeft? Jezus zegt dat we moeten zijn zoals een kind, “want het rijk der hemelen is voor hen, die zijn zoals zij”. Daarmee bedoelt Hij niet de kinderlijkheid van de mens die nog niet volwassen is, maar de toestand van de wedergeborene. Jezus' oproep impliceert dat dit geestelijke kindschap niet voert tot een vorm van geestelijke onafhankelijkheid, zoals de volwassenheid. We blijven heel ons leven lang afhankelijk van de “geestelijke spijzen”, het gebed en de sacramenten, wij blijven heel ons leven kind van God en afhankelijk van zijn genade.

De beeldspraken in het evangelie over wedergeboorte, onze relatie als kinderen tot de Vader en de erfenis van het rijk der hemelen, zijn facetten van een allesomvattend gelovig mensbeeld waarop heel de geloofspraktijk van de Kerk geënt is, hoewel we er ons vaak te weinig van bewust zijn!

Verwante onderwerpen...

  • Wat zijn de talenten van de parabel echt?

    De parabel van de talenten is een intrigerend verhaal, omdat het zo ongerijmd is. Het verhaal is bekend bij jong en oud, …

  • Met de Toneelbijbel beleef je het Evangelie

    De Toneelbijbel is een unieke uitgave waarin de belangrijkste verhalen uit het Evangelie elk omgevormd zijn tot een kort …

  • Jezus als puber

    Dit berichtje is er een van weinig woorden. Wie thuis een puber heeft, zal het tafereel in bovenstaand prentje wel …

  • Alledaags Geloven op Facebook

    Facebook is een lastig medium, zeker als je ervan afstand wil houden. Naar het schijnt is het voor veel gebruikers een …

  • De Toneelbijbel - voorpublicatie

    De Toneelbijbel Binnenkort verschijnt De Toneelbijbel als boek. De basis van De Toneelbijbel is de synopsis van de vier …