Geloven Leren

Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof


Oud zuurdeeg

156. Woensdag in de Paasweek

De paasweek is een tijd van grote vreugde. Ze was dit reeds bij de Joden. Er ging een soort schoonmaak aan vooraf; alles wat zuurdeeg was of zuurdeeg bevatte, moest uit het huis worden verwijderd. Dit was een pakkend en voor het hand liggend beeld voor zedelijk bederf, voor oud zeer dat moet worden opgeruimd. Sint Paulus , voor wie het hele christenleven een paasfeest was (want: „is ons paaslam, Christus, niet geslacht?” ) liet dergelijke kansen zelden voorbijgaan en schreef aan zijn dierbare, maar lastige Korintiërs: „Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij vers deeg moogt worden; gij zijt toch ongedesemd brood! Want ook ons paaslam, Christus namelijk, is geslacht. Laat ons dus feest vieren, niet met het oude zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met de ongedesemde broden van reinheid en waarheid” ( 1 Kor. 5, 7. 8 ; epistel van Pasen). — Gewetensonderzoek is daarom zelfs in de paasweek niet ongepast. Wij dachten gisteren na over een gevaar van formalisme en onnatuurlijke onvrijheid dat de brave, maar wat angstvallige christenen gemakkelijk bedreigt. Er is nog een andere klip die de vrome, speciaal de min of maar ambtshalve, vrome christenen (priesters, religieuzen, lekenapostelen) moeten vermijden, de geestelijke hoogmoed. Deze ondeugd is in zuivere en onvermengde staat niets minder dan satanisch. Zo komt ze onder mensen niet dikwijls voor; maar in wat verzwakte vorm is ze bij ons niet zeldzaam, als een late afstammelinge van de farizese verachting voor de tollenaar, van hun dédain voor het „onwetende volk van het Land” (en daartoe rekenden zijn allen behalve hun eigen kaste). „Heer, ik dank u dat ik net ben gelijk de andere mensen” : in deze vorm van dankbaarheid gekleed klinkt onze verwaandheid nog vroom ook! Maar God „ziet niet naar mensen” en Hij kiest zijn bevoorrechten bij voorkeur niet onder de officiëlen. Moest zelfs Sint Petrus , die toch heel weinig van een farizeeër had, niet door visioenen gebracht worden tot de erkenning: „Nu zie ik waarachtig, dat er bij God geen aanzien van personen bestaat; maar dat alwie Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig is, tot welk volk (en tot welk beroep, categorie enz. ) hij ook behoort” ( Hand. 10, 34. 35 )? Meent de priester — niet theoretisch, maar wel praktischer naar handelend — niet dikwijls dat de leek ipso facto gezond zedelijk oordeel en zeker theologisch inzicht mist? Achten kloosterzusters de mensen in de wereld niet al te gemakkelijk zonder meer werelds en boos? Zijn wij niet allen gewoon onszelf te beoordelen naar onze kansen zelden voorbijgaan en schreef aan zijn dierbare, maar lastige Korintiërs: „Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij vers deeg moogt worden; gij zijt toch ongedesemd brood! Want ook ons paaslam, Christus namelijk, is geslacht. Laat ons dus feest vieren, niet met het oude zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met de ongedesemde broden van reinheid en waarheid” ( 1 Kor. 5, 7. 8 ; epistel van Pasen). — Gewetensonderzoek is daarom zelfs in de paasweek niet ongepast. Wij dachten gisteren na over een gevaar van formalisme en onnatuurlijke onvrijheid dat de brave, maar wat angstvallige christenen gemakkelijk bedreigt. Er is nog een andere klip die de vrome, speciaal de min of maar ambtshalve, vrome christenen (priesters, religieuzen, lekenapostelen) moeten vermijden, de geestelijke hoogmoed. Deze ondeugd is in zuivere en onvermengde staat niets minder dan satanisch. Zo komt ze onder mensen niet dikwijls voor; maar in wat verzwakte vorm is ze bij ons niet zeldzaam, als een late afstammelinge van de farizese verachting voor de tollenaar, van hun dédain voor het „onwetende volk van het Land” (en daartoe rekenden zijn allen behalve hun eigen kaste). „Heer, ik dank u dat ik net ben gelijk de andere mensen” : in deze vorm van dankbaarheid gekleed klinkt onze verwaandheid nog vroom ook! Maar God „ziet niet naar mensen” en Hij kiest zijn bevoorrechten bij voorkeur niet onder de officiëlen. Moest zelfs Sint Petrus , die toch heel weinig van een farizeeër had, niet door visioenen gebracht worden tot de erkenning: „Nu zie ik waarachtig, dat er bij God geen aanzien van personen bestaat; maar dat alwie Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig is, tot welk volk (en tot welk beroep, categorie enz. ) hij ook behoort” ( Hand. 10, 34. 35 )? Meent de priester — niet theoretisch, maar wel praktischer naar handelend — niet dikwijls dat de leek ipso facto gezond zedelijk oordeel en zeker theologisch inzicht mist? Achten kloosterzusters de mensen in de wereld niet al te gemakkelijk zonder meer werelds en boos? Zij wij niet allen gewoon onszelf te beoordelen naar onze idealen en alle anderen naar hun werkelijkheid? Wij nemen ons eigen wensbeeld voor werkelijkheid, maar bij onze medemens zien wij alleen naar de uitwendig waarneembare daden en houden geen rekening met hun idealen en hun eerlijk pogen de „nieuwe schepping” te verwezenlijken.

2. De heilige Ambrosius schrijft: „De Heer liet de littekens van zijn wonden betasten. Hierdoor bevestigt Hij niet enkel ons geloof, maar wekt Hij ook onze liefde op. Hij wilde de om onzentwil ontvangen wonden ten hemel meenemen liever dan de sporen er van uit te wissen, om aldus God de Vader de prijs van onze vrijheid te tonen” (tweede les der metten van Dinsdag). Zó komt het goddelijk Lam ook op onze altaren tegenwoordig: „ons paaslam Christus, is geslacht” . Hij schaamt zich niet voor zijn lijden. Hij verloochent ook in de hemel zijn menselijke afkomst niet (als we het zo uitdrukken mogen). — Laten wij bedenken, ook in de glorie van de paasweek, dat wij stof zijn en tot stof zullen wederkeren. Hoezeer ook door Christus begenadigd, wij blijven tot aan de opstanding de „modderen man” die van Adam stamt, de in zonde geboren en tot zonde geneigde mens. Deze band verbindt ons met alle mensen en snoert ons allen vast aaneen. Hij zou sterk genoeg moeten zijn om ons nederig te maken en te zuiveren van alle zuurdesem van farizeïsme.

Willem Grossouw

Over Innerlijk Leven - Abonneren per email (dagelijks van 30/11/2014 tot 29/11/2015)