Geloven Leren
Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof
Voor het heil der gehele wereld
7. Zaterdag na de Eerste Zondag van de Advent
Bij de offerande van de kelk bidt de priester: „Wij offeren U, Heer, de kelk des heils, uw goedertierendheid afsmekend, opdat hij voor het aanschijn van uw goddelijke majesteit tot ons heil en dat van de hele wereld met aangename geur moge opstijgen.”
1. Wat de natuurlijke mens moeilijk gelooft, is dat dit opheffen van de beker, in een donkere hoek, in het stille ochtenduur, werkelijk iets te maken heeft met „het heil van de hele wereld” . Het geschiedt wellicht in een kleine kerk door een oud en vermoeid man, en niemand is aanwezig dan enkele kinderen en vrouwen. Buiten, in de grote stad, begint het leven te ontwaken, de geluiden keren terug van elke dag en de duizenden gezichten, strak en bleek, en het geraas van het verkeer, de jacht op bezit of de verbeten worsteling om een naakt bestaan, de schettering van publiciteit, het zacht maar onverbiddelijk lopen der machtsmachines, — alles wat de wereld heet, alles wat gisteren was en morgen zal zijn, haast en onrust, hardheid, leugen en egoïsme. En de zonde. Het vergeten en doodzwijgen, het beledigen en honen en de afkeer van de oneindige God, in duizenderlei vormen. En wanhoop, de hel in het hart. Want het is een satanische dwaling te menen dat alles gewoon verloopt en „natuurlijk” , alsof niet in elke ziel de strijd woedt tussen goed en kwaad, tussen God en de duivel. Niets liever wenst satan dan dat wij geloven zouden in de schijn die wij zelf wel meestal, krachtens gemeenschappelijke samenzwering, over de dingen gespreid houden: dat het zo erg niet is, want iedereen handelt zo en de mensen bedoelen het niet kwaad. Dat het zo erg niet is…
2. Doch God de Zoon, het Woord, door wie alles geworden is, werd mens en leed en stierf. De Heer der glorie nam de slavengestalte aan een vernederde zich tot de dood van het kruis, tot uitboeting „van onze zonden en van die der ganse wereld” ( 1 Joh. 2, 2 ). Jezus Christus, Hogepriester der mensheid, heeft in zich saamgevat de ellende en de zonde der gehele wereld. God maakte Hem tot zonde voor ons, zegt de Apostel, en ons aller misdaad heeft de Zoon Gods gedood. Deze ontzettende realiteit zou onze gemakkelijke rust in stukken scheuren, indien ons geloof niet zo zwak was. Hoe kunnen wij menen dat het zo erg niet is, dat het leven, zoals men dat gelieft te noemen, schoon is en waard om geleefd te worden? Het Bloed van het schuldeloze Lam alleen kan ons redden. Eenmaal zullen aller ogen opengaan voor die werkelijkheid die nu is en eeuwigdurend is: „Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem aanschouwen en zij die Hem doorstoken hebben en alle stammen der aarde zullen zich op de borst kloppen om Hem” ( Openb. 1, 7 ).
3. Hij heeft gewild, dat zijn Offer, enige redding der wereld, onder sacramentele tekenen onder ons zou zijn. Voor God bestaat geen tijd, geen verschil tussen verleden en toekomst. Alles staat voor zijn oog in een eeuwig heden. Voor het aanschijn van zijn majesteit stijgt immer dat ene Offer op met aangename geur, dat onze toegang bevat tot de Vader. Het Lam, geslacht en verheerlijkt, staat vóór Hem. En telkens wanneer óns brood en ónze wijn, door het priesterlijk woord — door Christus' woord — geheiligd, worden opgeheven, opent zich voor ons de deur ten hemel, worden wij opgenomen in dit verlossend mysterie van het Lam dat de wereld met de Vader verzoent. Daarom heeft het eenvoudig gebaar van die priester waaraan de wereld achteloos voorbijgaat en dat zich zonder gedruis of schittering voltrekt, zijn hoge betekenis voor ons aller heil.
„Laat ons trachten onze geest hierop te vestigen. Laat ons trachten — wat zo moeilijk is — alle andere gedachten af te leggen, onze geest te zuiveren van voorbijgaande, tijdelijke en aardse dingen en hem vullen met de beschouwing van de eeuwige Hogepriester en zijn éne, altijddurende Offer; het Offer dat, ofschoon ééns en voor al op Calvarië voltrokken, toch immer blijft en in zijn kracht en genade steeds onder ons tegenwoordig is om altijd opnieuw met dankbaarheid en eerbied herdacht te worden.”
Willem Grosssouw
Over Innerlijk Leven - Abonneren per email (dagelijks van 30/11/2014 tot 29/11/2015)