Geloven Leren

Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof


De oudste dochter van een gebroken gezin

dyn002_original_809_1028_pjpeg__0a87361a866e8a8cd7c9e98b0b56e265[1]Zonet zag ik door het raam van mijn kantoor een kleine zwerm ganzen overvliegen. De herfst is in het land. En dat luidt meteen ook de start in van het tweede semester dat ik loop aan het Antwerpse theologicum met de lessenreeks “Christelijke Literatuur”, dit jaar met als thema de Franse spiritualiteit. Frankrijk wordt de ‘oudste dochter van de Kerk’ genoemd, dus dat belooft wel wat. Gisteren kregen we de franciscaan Joseph Passerat op ons bord, met rugdekking van onze eigen Vlaamse priester Poppe, die aan zijn novicen voorhoudt hoe studie hand in hand gaat met gebed. De boodschap luidt: Wijsheid is niet enkel kennis. Theologische kennis is dood als je jezelf er niet van doordesemt in gebed. Ten getuige zijn er de heiligen die zonder veel kennis te vergaren, door een diep innerlijk leven, toch grote theologische wijsheid hebben verkregen, zoals de pastoor van Ars.

Die symbiose van studie en gebed om tot echte wijsheid te komen: dat heeft weeral te maken met de discussie over rede en geloof en dan wil ik nog even stilstaan bij de breuklijn van het tweede Vaticaans Concilie ruwweg het midden van de twintigste eeuw. Vaak wordt het voorgesteld alsof de Kerk na die periode is begonnen met een verzoening tussen rede en geloof. Hoe langer hoe meer ben ik ervan overtuigd dat dit een grove denkfout is. Het is de periode voordien, de negentiende eeuw en nog ver in de twintigste eeuw, waarin rede en geloof symbiotisch samengingen. Heel het preconcilaire katholicisme ademt rationaliteit. De wetenschappelijkheid waarmee de kerkelijke leer, logisch gestructureerd, wordt vastgelegd in een catechismus, de laboratorische nauwkeurigheid waarmee liturgische handelingen worden geregisseerd, de rechtszekerheid van het kanoniek wetboek, de inzet om al deze kennis via onderwijs over te dragen, dat zijn allemaal duidelijke tekenen dat de Kerk van voor het Concilie wel degelijk de rede van de Verlichting in zich heeft opgenomen, en dat vanaf dag één.

Misschien is het probleem geweest dat de nadruk al te zeer kwam te liggen op de rede en op de studie en minder op het innerlijk leven. Zonder innerlijk leven geraakt het geloof uitgeblust en verdort het. Dan is het failliet van het ‘rijke roomse leven’ dus niet te wijten aan een gebrek aan rationaliteit, maar juist aan een teveel aan rationaliteit, of een gebrek aan innerlijk leven. Heel anders dan hoe men het graag voorstelt!

Om dat onevenwicht op te lossen, kan je de nadruk op de rationaliteit terugschroeven, of het geestelijk leven intensiveren. Het mag duidelijk zijn welke weg is ingeslagen: de rationaliteit van het geloof is niet teruggeschroefd, ze is met de grond gelijkgemaakt. Heel het logische stelsel van geloofswaarheden en devoties is onderuitgehaald. En dat was niet zo moeilijk, bij gebrek aan geestelijke ondersteuning. Ondertussen heeft dat geestelijk leven nauwelijk nieuwe impulsen gekregen. De Kerk lijkt nu werk te willen maken van een nieuw stelsel van geloofswaarheden en devoties, afgestemd op de wereld, maar de proef zal erin bestaan tegelijk een vorm van geestelijk leven te ontwikkelen waarop dat nieuwe stelsel kan steunen.

Als ik dus één tip mag geven aan de komende Synode voor het gezin, dan is het om niet met nieuwe ‘systemen’ af te komen waarmee naar hartelust kan worden geëxperimenteerd om gebroken gezinnen een nieuwe theologische of kerkrechterlijke status te geven, want dan verwissel je gewoon het ene (dode) rationele systeem door het andere. Begin bij het ware manco van alle gezinnen: het gebrek aan geestelijk leven. Leer gezinnen bidden, mediteren, vasten, oefenen in allerhande deugden, God aanbidden, want zonder die basis is al de rest ijdele moeite.

Verwante onderwerpen...