Geloven Leren

Opinie en tools voor wie begaan is met het katholieke geloof


Leer onze katholieke jeugd opnieuw dromen (vrij naar T. Francken)

“Leer onze jeugd opnieuw dromen” was de titel van de bevlogen 11-julitoespraak van Theo Francken over onderwijs (die er blijkbaar zelf van droomt ooit en nieuwe school op te richten). Hij pleit onomwonden voor een “nieuwe canon van de geschiedenis”, die “ongecompliceerd en op een positieve maar genuanceerde manier de leerlingen [met of zonder migratieherkomst] inwijdt in onze Vlaamse taal, cultuur én geschiedenis”. De school als identitair project moet ervoor zorgen dat de Vlaamse identiteit en cultuur richtinggevend en bepalend blijft in onze samenleving.

Ondanks het feit dat de ijking op “Vlaamse identiteit” eerder staatkundig dan cultureel ingegeven is (hij had beter over “Nederlandse identiteit” kunnen spreken of horresco referens over “Belgische identiteit”), deed de rede mijn hart opspringen. Hetzelfde effect zal ze niet gehad hebben in de Guimardstraat. De “katholieke dialoogschool” krijgt in dezelfde speech expliciete kritiek. Het uitblijven van felle respons heeft wellicht met de vakantieperiode te maken. Maar ook ikzelf ben bang niet warm te worden van Francken als hij verder zou uitwijden over de plaats van het godsdienstonderricht in zijn “excellent onderwijs”.

Even terug terzake. Als Francken pleit voor een “nieuwe canon van de geschiedenis”, moest ik meteen denken aan de benaming van de geschiedenisles in de tijd van onze (groot)ouders. Die heette “vaderlandse geschiedenis”. Niet alleen omdat ze—ook toen—een heel duidelijk identitair project belichaamde waarin de eigen natie centraal stond, maar tegelijk om praktisch het onderscheid te maken met de “gewijde geschiedenis”.

“Gewijde geschiedenis”, doet het je een belletje rinkelen? In de tijd van onze (groot)ouders was het een apart vak, maar nu is het al zo lang van het curriculum verdwenen, dat zelfs de naam slechts weinigen bekend klinkt. De gewijde geschiedenis was een onderdeel van de godsdienstles, waarin het Oude Testament centraal stond. Leerlingen bestudeerden de geschiedenis van het joodse volk, zoals die in de bijbel is neergeschreven, vanuit het perspectief van het christelijk geloof. 

Hoeveel bedenkingen roept deze constellatie niet op, ook in het licht van het pleidooi van Francken, die nochtans de laatste zal zijn om dit vak opnieuw in de canon op te nemen.

De gewijde geschiedenis was ook een “identitair” project dat werd belichaamd in een vak “geschiedenis”. Gelovig-zijn maakt minstens zoveel deel uit van iemands identiteit als het behoren tot een volk. Ergens in de jaren ‘60 heeft de Kerk besloten dat samen met de catechismusles ook de les gewijde geschiedenis niet meer bij de tijd was. Dat is jammer, maar op zich nog ergens te kaderen. Waarom hebben de commissies die toen verantwoordelijk waren voor de leerplannen van het geschiedenisonderwijs, nagelaten die lacune in te vullen? Geschiedenisboeken springen naadloos over van de Egyptische beschaving naar de Griekse beschaving, alsof de joodse cultuur, die nog steeds met de mond beleden wordt als fundament van de onze, geen wetenschappelijk verantwoorde historische relevantie heeft. Die prille geschiedenis van het joodse volk is minstens zo relevant voor ons, als haar meest recentie geschiedenis, de holocaust, waarmee wel heel wat lessen gevuld worden. Waarom krijgen we alleen het laatste deel van het “plot” te horen?

De geschiedenis van het joodse volk toont ons in praktijk het langstlopende nog steeds overlevende identitaire project uit de menselijke geschiedenis! Louter als case-study, zou het perfect in Franckens canon inpassen. Ook vanuit christelijk geloofsstandpunt maakt de geschiedenis van het joodse volk een essentieel deel uit van onze eigen, gelovige identiteit.

Ik las een artikel getiteld “Rediscovering the ‘Plot’ of Sacred Scripture is Essential to Evangelization”, dat precies hetzelfde betoog voert. Onze christelijke identiteit, ons geloof dus, verliest alle betekenis en relevantie als het grote verhaal dat aan de grondslag ervan ligt, verdwijnt uit ons bewustzijn. Dat grote verhaal is niet meer of niet minder dan de “gewijde geschiedenis”, die nu uit de canon van ons godsdienstonderwijs is verdwenen. Dezelfde redenering ondersteunt mutatis mutandis Franckens pleidooi voor een doorstart van de “vaderlandse geschiedenis”.

Tenslotte was er vandaag het artikel in de Volkskrant over de identitaire bewegingen in Nederland en hun banden met het conservatief katholicisme. Uit bovenstaande bedenkingen meen ik wel te mogen afleiden dat de identitaire noden van onze naties en van onze Kerk heel veel parallellen vertonen. Het zijn volstrekt gelijkaardige projecten die oplossingen zoeken voor volstrekt gelijkaardige culturele manco’s. Niet zo verwonderlijk dus, dat dezelfde gezichten opduiken. Beide projecten zullen trouwens volstrekt gelijkaardige tegenstand oproepen. Ook bij de tegenstanders zal opvallen dat dezelfde gezichten opduiken.

Geen verrassing, lijkt me. De enige vraag is of het wijs is dat beide projecten zich organiseren in een gezamenlijke beweging. Het “plot” van de katholieke/christelijke identiteit en het “plot” van de Vlaamse/Nederlandse identiteit heeft heel wat overlappende verhaallijnen, maar de divergentie wordt de jongste tijd wel steeds groter…

Verwante onderwerpen...